Makkrons- Macarones

In een kom het eiwit van 2-3 eieren met een snuje zout heel stijf kloppen; roer er lepel voor lepel 250 g poedersuiker door; door die taaie dikke massa bij beetjes tegelijk 250 g in een vijzel goed fijngemaakte gepelde amandelen, alsmede een lepel fijngestampte stijfsel mengen. Alles goed dooreenmengen, waarbij het deeg zo nodig door toevoeging van een weinig rozenwater wat lenig gemaakt kan worden. Een vereiste is alles goed dooreenmengen en in de vijzel bewerken.
Na het rijzen van het deeg (zal dus wel zelfrijzend bakmeel geweest zijn) met behulp van 2 theelepeltjes hoopjes leggen op de gesatineerde zijde van velijnpapier(zeer fijn en zeer licht, aan een zijde gesatineerde papiersoort) waarop ze door de in te bakken stijfsel zullen blijven kleven. De vellen papier worden tevoren in stukken van ± 24 cm gesneden , waarop op elk stuk 20 makkrons komen te liggen. Deze velletjes worden in een bakblik gelegd, nadat het blik het blik is bedekt met met 1-3 vellen pakpapier, afhankelijk van de ovenwarmte, teneinde het licht bakken te bevorderen.
Het blik wordt in een zeer matig verwarmde oven (op de tv hadden ze het over 150°C) geschoven om de koekjes in geen geval bruin, maar zachtjes geelachtig te laten bakken. (Hoe lang staat er niet bij, dus tussentijds een blik werpen.) De bakkers gebruiken een passoire (? een metalen trechter-en cilindervormige vergiet)