Potjesvlees

Ui pellen en in parten snijden. Ui, wortel laurier, kruidnagel en tijm over de bodem van de pan verdelen. Vlees bestrooien met zout, dan de peper, wijn en azijn erbij gieten. Zoveel water toevoegen, zodat het vlees net onderstaat. Pan afdekken en aan de kook brengen. Regelmatig afschuimen met een schuimspaan en op laag vuur 1½ uur laten sudderen/gaarstoven. Het vlees moet nl. gemakkelijk kunnen loslaten van het bot. Vervolgens het vlees met de schuimspaan uit de pan scheppen. Het stoofvocht boven een andere pan zeven en tot een ⅓ laten inkoken. Intussen gelatine ± 5 minuten in koud water laten weken. Pan van het vuur halen en de gelatine in het vocht oplossen. Het vlees van het bot halen, mengen en in stukjes snijden. Het vlees in ingevette vorm leggen en het vocht erop gieten, zodat het vlees net onder staat. Het potjesvlees langzaam laten afkoelen en in de koelkast in ± 3 uur laten opstijven. Potjesvlees eruit storten en in plakken snijden. Serveren met toast of warme broodjes met zilveruitjes en cornichons.