Kreeftentaart

Was de spinazie en bak ze in wat boter. Mix de spinazie fijn en meng met de roomboter. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Klop de room op. Verwarm de kreeftencoulis. Laat 2/3 van de gelatine weken in een beetje koud water en voeg bij de lauwe kreeftencoulis. Voeg al roerend, vooraleer de massa indikt, met de klopper 1/4 van de opgeklopte room toe. Spatel er daarna de rest van de room voorzichtig onder.
Gebruik een taartring van 4 cm hoogte en 14 cm doorsnede. Snij de korsten van het brood. Besmeer de sneden brood met de spinazieboter. Snij de lange sneden in reepjes van 1 cm. Bedek hiermee de zijkanten van de taartring tot de helft van de hoogte (2 reepjes boven elkaar). Bedek de bodem van de taart met de dikke snede brood. Vul aan met de kreeftenmousse. Werk horizontaal af met een spatel en zet de taart enkele uren in de koelkast om op te stijven.
Maak de gelei : kook de witte wijn eventjes op. Laat afkoelen en meng met de rest van de in water geweekte gelatine. Verwijder na koeling de taartring. Nappeer de taart met de gelei en versier met de zalmeitjes.
Zet in de koelkast tot gebruik zodat de wijngelei ook kan opstijven.