Bonte boerenkoolsoep

Schil de aardappels en zet ze tot gebruik onder water.
Snijd de koolraap met schil en al in dikke plakken (circa 1 tot 1-1/2 centimeter)

Schil de plakken koolraap dik (er is een randje zichtbaar), was ze, snijd ze daarna in blokjes en leg die opzij.
Pel de ui en snipper hem fijn.
Verhit de olie - in een grote (kook)pan waar de soep straks in past - en fruit de ui er licht bruin in. Schep af en toe om.
Intussen:
Pel de tenen knoflook, snijd ze fijn en fruit de fijngesneden knoflook mee met de uien.
Roer - als de uien lichtbruin zijn - de tomatenpuree door de gefruite uien en laat die al roerend even kort mee bakken.
Giet de bouillon in de pan.
Doe de boerenkool en de koolraap in de bouillon en breng inhoud van de pan aan de kook.
Intussen:
Rasp de aardappelen grof, doe ze ook in de pan en roer de inhoud van de pan om.
Zet - als alles kookt - de hittebron lager en laat de soep, met een deksel op de pan 20 minuten zachtjes koken.
Intussen:
Maak de paprika schoon (wassen, steel, zaadlijsten en pitjes verwijderen) en snijd hem in stukjes.
Snijd de rookworst in plakjes.
Als de soep 20 minuten gekookt heeft:
De gesneden paprika en rookworst door de soep roeren en de soep - af en toe roerend - nog 5 tot 15 minuten verder laten koken.
De soep is klaar als de groenten gaar zijn en de soep gebonden is (de geraspte aardappelen zijn dan niet meer zichtbaar).
Breng de soep op smaak met zout en peper.