Omelet

Verwarm de grill voor. Snijd de visfilet doormidden en leg de stukken naast elkaar in een zuurbestendige pan. Voeg de peterselie, peperkorrels, het laurierblad en de melk toe. Breng op een matig vuur aan de kook tot er belletjes langs de rand van de pan verschijnen. Draai het vuur laag en laat 3-5 minuten sudderen tot de vis met een mes in dikke vlokken te verdelen is. Schep de vis met een schuimspaan op een bord en laat afkoelen. Gooi het melkmengsel weg.

Verwijder het vel van de vis wanneer die is afgekoeld. Breek de vis in grove vlokken. Gooi eventuele graatjes weg en doe het visvlees in een kom. Schep er de kaas door en breng op smaak met zout en peper.

Zet twee ovenvaste omeletpannen van 18 cm doorsnee op middelhoog vuur. Doe 15 g boter in elke pan. Kantel de pannen wanneer de boter gesmolten is zodat de boter uitvloeit. Giet de helft van het eimengsel in elke pan. Haal een houten lepel circa 1 minuut herhaaldelijk door het eimengsel tot de bodem gestold, maar de bovenkant nog vloeibaar is. Bedek het eimengsel in elke pan direct met de helft van het vismengsel. Lepel 2 eetlepels room over het vismengsel in elke pan. Zet circa 6 minuten onder de hete grill tot de omeletten borrelen en de bovenkant bruin gevlekt is.

Neem de pannen uit de grill en laat de omeletten op voorverwarmde borden glijden. Dien op.