Marokkaanse kipfilet

Pers de gepelde knoflooktenen uit boven een grote kom en voeg 1 tl zout, 1 tl peper, de gemberpoeder, komijn en paprikapoeder toe.
Schenk het sinaasappelsap erbij en roer het mengsel goed door.
Wentel de kipfilets door het sinaasappelmengsel en laat ze, afgedekt in de koelkast, minstens 4 uur (liefst de hele nacht) marineren; keer ze af en toe.
Snijd de abrikozen in vieren en doe ze in een kom.
Roer de sherry en de azijn erdoor.
Laat de abrikozen minstens 4 uur (liefst de hele nacht) wellen.
Snijd de gepelde ui in smalle halve ringen.
Neem de kipfilets uit de marinade en laat ze uitlekken.
Verhit de helft van de olie in een braadpan en bak de filets rondom bruin.
Neem ze uit de pan.
Doe de rest van de olie in de pan en roerbak de uiringen ca. 3 minuten.
Roer de bloem erdoor en laat het mengsel, al roerende, ca. 1 minuut zachtjes pruttelen.
Schenk de marinade en de bouillon erbij en voeg de gewelde abrikozen met het weekvocht toe.
Breng de vloeistof al roerende aan de kook.
Leg de kipfilets in het vocht en laat ze, afgedekt en op een laag vuur, zachtjes in ca. 15 minuten gaar worden.
Breng het gerecht op smaak met zout en peper en strooi de peterselie erover.
Lekker met couscous en sperziebonen.