Biefstuk bakken

Zet de ingrediënten klaar.
Bestrooi de biefstukken met peper en zout.
Door dit voor het bakken te doen, trekken peper en zout beter in en wordt de smaak van het vlees versterkt. .
Verhit een koekenpan met dikke bodem op hoog vuur.
Voeg de helft van de boter toe.
Wacht tot het schuim verdwijnt, de boter heeft dan de juiste temperatuur.
Leg de biefstukken in de pan.
Voeg na 1 minuut de rest van de boter toe.
Hierdoor voorkomt u dat de boter verbrandt en krijgt het vlees een extra volle smaak.
Houd de biefstukken tijdens het bakken in beweging; zo liggen ze om en om op het heetste deel van de pan.
Bak de biefstukken naar wens gaar, medium of well done.
U kunt controleren hoe gaar de biefstuk is door het vlees in te duwen met een lepel of uw wijsvinger.
Doe dit laatste alleen met schoon gewassen handen.
Was uw handen ook direct na het controleren van het vlees.
Ter vergelijking: houd de toppen van duim en middelvinger tegen elkaar en duw op de muis van die hand met uw andere wijsvinger.
Zo voelt een 'medium' biefstuk.
Een 'rare' biefstuk is iets zachter en een 'well done' biefstuk is iets steviger.
Snijd de biefstuk niet door om de gaarheid te controleren, dan droogt het vlees uit tijdens het rusten.
Neem de biefstukken uit de pan en laat ze op een (warm) bord 5 minuten rusten onder een deksel of aluminiumfolie.
Zo kunnen de vleessappen zich herverdelen.
Het vlees is bij het aansnijden dan lekker sappig.